Ik volg veel, in fases. Soms fanatiek omdat ik me in de maling genomen voel. Vaak ook uit verbazing. Vaker nog ben ik het zo weer beu. Het is een op-en-neer gaande golf met een steady rode draad.

Toen ik de hond uitliet liep ik even langs m’n ouwelui. Het was op een middag en ik zag, dat is geregeld even slikken, de herhaling van Beau. Bij mijn ouders staat dat weleens aan. Daar zat me een stelletje glimmende gasten, Gerard Joling was er één van, ze waren verrukt en het kwispelde en het schuimde. Het mocht weer! Ik twijfelde even waar het over ging. Mijn pa is wat doof dus de tv stond loeihard, ik kreeg elk woord mee. Ze mogen weer! En blij dat het zwikkie was, ze mochten weer op vakantie. Eindelijk, het was ook een straf geweest zeg….

Ik snap best dat een glimmende kwallebal begint te kwispelen wanneer ie eindelijk weer z’n puissante leegheid kan vullen met een tripje. Daar gaat het ook niet om, ik weet wat voor niveau we bij de kop hebben. Half Nederland en de hele wereld ligt in de vernieling en een groot gedeelte is zo bankroet als de pest. Dan is het wat vervelend kijken naar zo’n potje proleten die slechts aan gelatine denkt. Waar ga jij naartoe? Oh ik… en ik… en ik… en jij dan?

Het hele gezelschap had plannen en wist precies waar je mbt inconsequentie wel naartoe kon. Een beetje vergelijkbaar met ‘je mag geen sex hebben met kinderen maar in Thailand mag het gewoon, dus ik ga!’ of zoiets. De meeste kijkers laten zich blind meeslepen in deze egoïstische dombo-orgie. Die beginnen ook al te schuimen en koffertjes te pakken omdat het weer bijna mag. Het gewoontedier hijgt van ego en plezier. We verdienen het ook om als soort hartstikke naar de kloten te gaan, dat is het eerste wat me door de kop schiet wanneer ik deze kortzichtige euforie zie. Mijn koffie werd bijna koud en de hond dreet alvast even in de tuin. Ik wist wel dat de mens zo was, maar af en toe ben je het gelukkig even vergeten.

Zit daar nu de kern? Is dit de foeke, de crux van de zogenaamde ellende? Is de mens gewoon zo’n onnozele diersoort? Of is dit slechts dat clubje nepsterren op een flutzender, voor nepsterren glommen ze overigens behoorlijk in al hun dofheid. Een beetje misselijkheid gecombineerd met gewetenloze moordlust maakte zich bijna van me meester.

Ik slobberde m’n koffie leeg, riep ‘wat een sneue varkens’ en ging naar buiten om verder te wandelen. Het is verdomde lekker weer, ik ruik de seringen en denk aan wat ik net zag, iets onbenulligs, ruis.
Maar toch…

We willen allemaal het oude leven terug; dat hoor ik zo vaak. Ook dat oude leven dat ons hier bracht? Denk van niet. Willen we dit keer op keer tot het klaar is? Misschien is dit slechts een rimpel in de evolutie, één van de eerste die ons weer massaal raakt. Dacht ik. Misschien worden de rimpels steeds dikker en wellicht hebben we meerdere waarschuwingen op rij nodig, voordat de mens eindelijk wakker wordt. Als ik die glimmende RTL4 kwallen zie dan denk ik dat het nog heel lang gaat duren of dat het misschien nooit gaat gebeuren, dat de coma chronisch is, totdat het klaar is. Dan is dit ons lot, dan zijn we de sukkels die zich meer voelen dan de rest en de aarde durven te tarten. Daar heb je geen lef voor nodig maar arrogante domheid.

Kijk, de brem in de berm. Ik fluit en hoor de leeuwerik. Zou hij terugfluiten naar het fluitenkruid?

Hier kom je op het punt dat mensen gaan zeggen of vragen; ‘Maar wat is de oplossing dan? Hoe moet het dan?’ Ja tering, zien dat iets mis gaat is wat anders dan een oplossing zien. Dat maakt het zo akelig moeilijk, terwijl het waarschijnlijk in ons zelf zit; die oplossing. Een gemiddelde mier zoals ik voelt ook niet meteen dat hij het verschil kan maken. Ik voel wél dat het volk een verschil kan maken, dat geloof ik niet dat weet ik.

Bij de Boksloot ga ik even zitten langs de waterkant. De natuur bulkt er aan alle kanten om je heen. Wat fijn dat dat mensengezeik soms in één klap belachelijk wordt gemaakt door dit. Machtig mooi. De natuur gaat z’n gang op plekken waar het mag. Het natte voorjaar laat het in al z’n pracht en glorie naar de zon schieten.

Even is er niks en keil ik wat steentjes over het water. Soms weet ik van gekkigheid niet meer wat ik wel of niet moet geloven. Ik probeer het hele spectrum te vreten omtrent de pandemie, die alles wat er mis gaat lijkt te raken. Daarom kan ik deze fase ook niet puur wijten of zien als het virus en dus de pandemie, het is verstrengelt.

Ik weet wel wat wenselijk is maar hoe komen we daar, hoe komen we daar vreedzaam. Ons niet laten voeren door kapitalisme, ons niet van alles wijs laten maken door machthebbers die de boel in handen hebben, ook het volk. Misschien moeten we ons laten leiden door liefde ipv geld. Ons daardoor niet laten verlagen tot polarisatie en laten leiden door angst. We weten als aap diep in onszelf heus wel wat goed en fout is, luister naar je intuïtie; die is niet fout.
Blijf alert, dat moesten we tijdens de onvoorstelbaar lange aanloop non-stop zijn; tot we aankwamen in deze zelfbenoemde beschaving.

Daardoor zijn we vast ook vol met symptoombestrijding bezig. We zouden bij de kern moeten beginnen; bij ons leven dat bepaald wordt door een klein groepje rijken die het volk wil controleren en uitbuiten; geld. Die gedachte heeft geen fuck met complotdenkers, aluhoedjes of wat dan ook te maken. Die gedachte hadden we vroeger in de kroeg al geregeld, in pak hem beet 1988. Het gaat over gelijkheid en vrijheid, de jaren 60 en 70…man, tuurlijk moest het anders, de weerstand is er altijd al geweest. Alles en iedereen heeft een neus voor ongelijkheid, we weten het al zo lang maar het ettert maar door. Toen was je een alerte, globalistische denker, nu ben je een verdwaalde idioot die spoken ziet, raar. De propaganda werkt goed. Wie voert die propaganda? Wie zaait die angst? Wie plukt de vruchten?

Laatst dacht ik, leef als een onderdeel van het geheel en voel je niet verheven. Schijt je mand niet onder en voel dat de aarde balans is, dat we wezens zijn die uit de natuur, een bos komen. Dat we autonoom zijn en vrij mogen kiezen. Voel dat het krom is om je doorgefokte hondje voor je eigen gerief te koesteren. Weet dat je zijn kutleventje rekt met prednison en poen zodat jij nog even kunt genieten. Voel dat het vlees dat je vreet niks meer of minder is dan jezelf of die sneue nepwolf van je. Dan ben je al een beetje op weg. Snap dat leven niet gedegradeerd mag worden tot een product dat niks in te brengen heeft. Ben ik tegen mensen? Links? Rechts? Tegen boeren? Tegen vlees eten? Tegen democratie? Tegen voortplanten? Nee, ik ben niet tegen, maar het kan anders en beter.

‘Een beter milieu begint bij jezelf’ is eigenlijk een bedachte kut-slogan waar helaas ook waarheid in zit. De regering en de geldmachines leggen de verantwoordelijkheid neer bij het volk. Lekker makkelijk, we zijn het volk, maar we moeten ons niet wijs laten maken dat het allemaal aan ons ligt. Ik hoef al die plastic troep bijvoorbeeld niet in m’n leven, dat is er helaas wel volop. Dat ligt niet perse aan het volk maar aan de hufters die er geld aan verdienen en die maling hebben aan de aarde. Het ligt bij ons allemaal maar het ligt vooral en keihard bij de Pipo’s die de touwtjes in handen hebben. De top van het kapitalisme. De yin & yang-veroveraars.

De hond biedt me een stok aan en wil dat ik hem weggooi. Ja, die stok, de hooivork de knuppel, ik voel het geregeld. Maar ik laat me niet dollen, ik laat me niet degraderen tot een holenbeer want die ben ik al en die weet dat geweld niet de oplossing is. Je zou bijna op ‘n biester raken…

Totdat ik door het bos loop en naar mezelf luister, niet naar m’n ego maar naar m’n hart. Dan weet en voel ik dat het kan. Dat daar de sleutel ligt. Daar hoef je geen zwevende alto voor te zijn die eenhoorns loopt te bevredigen. Dat zit in ons allen. Laat zien wat liefde is want dat is wat je bent. We kunnen zonder angst leven en vergeven. We hoeven het verleden en de toekomst niet je ‘nu’ te laten bepalen. We zijn onze gedachtes niet, alle negativiteit zijn slechts gedachtes.

Ik zie een eekhoorn, ik ruik de lariks en ik voel de zon. De hond draait een dampende keutel en snuffelt later aan de reet van een teef. Hij wil erop maar het baasje trekt aan de riem.