Cowboys en Indianen, Hells Angels en Bandidos, protestanten en katholieken, Stones-en Beatlefans, Nederlanders en Duitsers, Luttenbergers en Droadnaegels. Het is me wat….

Volgens Wikipedia is een vete “Een langer durende verhouding van vijandschap tussen twee families, clans, groeperingen of tussen individuen, die veroorzaakt is door een bepaald onrecht dat de ene partij de andere heeft aangedaan.” Ja nou, dat klopt wel zo’n beetje.

Vetes kennen vaak een dubieuze oorsprong dat als een vervormde flard geschiedenis door de duellisten stroomt. Vaak komt er eer, trots en gemeenschapszin bij kijken, vaker nog pure dommigheid. Tussen het skitterende Luttenberg en Haarle heerst al heel lang een sluimerende vete, eentje die een Asterix en Obelix avontuur waardig is. We noemen lui uit Haarle dan ook ‘Droadnaegels’, Hoa’lse Droadnaegels. Naast een ‘spijker’ is een draadnagel volgens het Sallandse woordenboek ook een ‘irritant persoon’. Geen idee hoe dit zo gekomen is…

In de jaren 50 schreef de geschiedenis een zwarte bladzijde in de kronieken van de lokale overlevering. Zomaar in een klap lagen alle nesten onder de boom en waren hevig verliefden, verloofden en scharrelaars pardoes vrijgezel. Het betrof verkeringen van stelletjes waarvan er eentje uit Luttenberg kwam en een ander uit Haarle. Dat waren er best veel ondanks het gekrakeel want Kökkies Da was een broeinest van close encounters, een stationskoffiehuis net op de grens tussen beide dorpen. Er werd niet alleen gesmoord, gedronken en gedanst maar ook gesjanst, gevoosd en gevochten. 

Volgens de verhalen was dit lokale drama geen toeval en hadden de familie en pastoors de bekrompen koppen bij elkaar gestoken om een ferme stok te steken voor de grenzeloze liefde. Immers, de grond en bezittingen moesten binnen de dorpsgrenzen blijven, in de schrale wederopbouwtijd was het al moeilijk genoeg.

Dat vetes een dubieuze wandel kennen en de oorsprong troebel achterlaat is geen wonder. Sloten drank en sensatiezucht tastte de orale overlevering aan en de tijd marineerde de verhalen smeuïger dan pindakaas. Opgeronkt door dubbele tongen, amusement met meer schuim dan koppen. We schreven er ooit een liedje over.

Goddank was dit burgerlijke gezever van korte duur want de losbandige jaren 60 bonkte ook hier op de conservatieve deur, het tot op de botten eigenzinnige volk wist daar wel raad mee. De initiatieven schoten als hallucinerende paddenstoelen uit de grond. In Haarle werd het dorpshuis omgetoverd tot ‘Beat Palace’ dat uitgroeide tot een onstuimige discotheek waar nauwelijks disco werd gedraaid. Daar organiseerden ze als eersten de roemruchte schuimparty’s, bijna-orgies waar men bezwangerd of met een blauw oog uit kwam rollen. In een grote kippenschuur werd jaarlijks ‘Amor in ut Kuukenhok’ georganiseerd, het berige ‘Dieksiepop’ is daar een regelrechte echo van. In Luttenberg puilden de kroegen uit en groeide dorpshuis ‘Elckerlyc’ uit tot het hardrock-mekka van Nederland. Ook het ‘Hot Love Popfestival’ zag het licht op dezelfde plek waar later ‘Koele Koele’ uit de grond werd gestampt. ‘Lill Hill’ is nog steeds een begrip en is al 22 jaar een sappige nazaat van die tijd.

Wanneer er geknokt werd in Hoal’n dan rammelden in Luttenberg de telefoons en stroomden de cafés leeg om met taxi’s en Bob-loze wagens richting slagveld te branden. Ook de Neuze jakkerde aan en af met een verrotte bus zonder dashboardlight om de muiters te gerieven. Blauwe knokploegen, Normaal, ACDC, Motörhead, hellige sjekkies en bier.

Ik zat bij droadnaegels in de klas toen we naar het voortgezet-onderwijs moesten in Raalte, echt achter liepen ze niet maar voorop kon je het ook niet noemen. Ze hadden dan ook donders mazzel dat er volk uit Nieuw-Heeten en Heeten rondliep want daar stak niemand flets bij af. Met de voetbal waren ze smerig fanatiek, fel en streberig om niks, marginale grashoppers die zich aanstelden als ROHDA balletjes. Toen ik me eens stond te verkleumen langs de kant met vermoedelijk een stuk trekdrop schopte m’n pa eens een droadnaegel en-plein-public snoeihard in z’n reet. Na een laffe tackle schoffeerde hij de rood-witte kluppel in het hol van de leeuw. ‘Rood’ bleef uit maar de kakwangen van de vuile draadnagel moeten sterretjes hebben gezien. Zulke dingen neem je mee, als snotterkuiken.

Ook doen ze daar aan carnaval zoals wansmakelijken aan carnaval doen. Terwijl de fopneuzen liepen te hossen in kieltjes op seniele hoempapa liepen ze hier op klompen te smoksen in spijkerpakken van Leeuw’m Mans, met de lange haren tot op de bodem van hun bierglas. Verschil moet er wezen.

Ik heb ook wel eens ruikerij gehad in Haarle, daar merkte ik niks van, een verboden vrucht is immers altijd zoet. Tegenwoordig zijn er opvallend veel Haarle-Luttenberg stellen. Hun kinderen zeggen soms fier dat hun pa of moe uit Haarle komt, vroeger was dat lef hebben of dommigheid, nu zal het wel met achteloosheid te maken hebben. De vete is vast wat versleten. Of de lui uit Haarle weten dat we ze ‘droadnaegels’ noemen, daarvan heb ik geen idee. Het zal finaal langs sommigen heen zijn gegaan, het heeft met de tijd en de personen te maken. Gelukkig was de vete mild en gebaseerd op gedrag en intuïtie en niet op religie, kleur of geaardheid. Dat onnozele gedoe dat kennen we nu wel, elkaar laten blijft moeilijk voor de onnozelen die de humor van hun stompzinnigheid niet in zien.

De broodnodige losbandigheid van de jaren 60, 70, 80 en 90 gaf het volk een zwiepert waar we nog steeds de vruchten van plukken. Helaas lijkt de tijd ons wat in te halen en zijn de vruchten zuur, de verworven vrijheid gaat flink naar de kloten waardoor we al geruime tijd als sukkels op eieren lopen. Maar toch, de meesten weten wel beter en nemen hooguit een blad bier voor de mond, de middelvinger is groot.

Het woord ‘Droadnaegel’ komt me nog steeds bere-lekker uit de bek, als iemand hapt dan vind ik dat alleen maar fijn en blaf ik er als een bruut overheen. Aanstoot nemen doe je verdomme thuis maar, het is eigenlijk net als vloeken, het zegt vooral veel over de beledigde. Aan regeltjes en gekwetste zieltjes heb je geen fuck in een vrije wereld. Of de droadnaegels voor ons ook een bijnaam hebben, dat weet ik niet. Ik kan het me haast niet voorstellen, over sommige lui valt nu eenmaal niets negatiefs te zeggen.