Lassie is geen hond maar een deerne van amper 38 jaar. Haar broer heette Remi en hun ouders waren fan van dingen op tv. Lassie vocht al vroeg tegen de vergankelijkheid en knokte voor wat aandacht. Ze had in haar prille levensjaren geen fase voltooid en geen aai gehad. Ze wist hoe ze het moest vragen maar het werd niet herkend. Van haar ouders had ze geen warmte gekregen, die lieten zich vermaken door levens van anderen die niet bestonden en verslonden het leven als zombies.

Ooit won ze de playbackshow als die ene van de Spice Girls. De trofee mochten ze daarna één voor één een week mee naar huis, toen Lassie aan de beurt was bleek ie zoek. Haar ouders zaten tijdens de playbackshowfinale thuis en keken naar de laatste aflevering van GTST terwijl Friends nog moest komen. Veel ging boven hun pet maar ze hadden suffe pret op hun bank vol vlees. Toen Lassie met tranen in haar ogen nog één keer WANABE in een ramvol buurthuis vertolkte kreeg thuis de afstandsbediening alle aandacht en liet haar ma een wind.

Lassie ontdekte elk kraaienpootje eerder dan haar spiegel, ze had er veel maar spiegelen kon ze niet. Ze ambieerde all-round BN’er-schap en wilde zo graag iets of iemand zijn. Linda de Mol was haar voorbeeld en zo mooi als Patricia Paay zou ze opdrogen, maar kwispelen deed ze niet. Haar lippen waren te dun en haar neus te groot, een beetje plastisch chirurg was duur dus de goedkoopste bracht haar troost. Betaald met de fooien van haar Hema-baan lag ze al jong onder algehele narcose onder het glimmende gereedschap van de wonderdokter te vergaan. De verdoving was nog niet uitgewerkt of haar borsten kregen een beurt, van een andere dokter want van titten had die eerste geen verstand. Hij vond ze lekker en zeker niet te groot, dat gaf ie te kennen met een stift in z’n hand en zijn natte vinger in haar kont, er mocht geen lucht ontsnappen want hij tekende haar uit op haar strakst. De aandacht deed haar hinniken als Máxima voor haar koets.

De trappen van de showbizz zou ze bestormen met meer ambitie dan talent. Keer op keer zou ze sneuvelen, zelfs geen spatader erkent. Die kreeg ze wel van dat gezeul langs veemarkten en botox-boeren, ware het niet dat ze bijtijds door de critici werden herkend. In de kiem werd de toekomst gesmoord, geen rimpel kreeg kans om haar koude zweet in banen te leiden. Ook haar kont was te plat en haar vulva lubberde zonder dat ze ooit werd verwend.

Met het ene gat werd het andere gevuld, haar vet werd verplaatst en proportioneel verdeeld op plekken waar de cultuur vond dat het hoorde. Tussendoor lag ze als een gorilla op het graniet van de werkbank van de beautysalon want elk sprietje moest gelaserd. Bij Medisch Centrum West werden haar oogleden gelift met hetzelfde draad waarmee haar pens was dichtgenaaid, de klos was bijna leeg en tolde als een dolle. Die narcose was lang niet zwaar genoeg want ze was zo immuun geworden als het monster van Frankenstein.

In haar bovenarmen kliefde een dolk waarna een veredelde Nilfisk haar vet opzoog, als bedorven appelmoes klaterde het de infuuszakken in. Haar wallen werden jukbeenderen en met bottenmerg versterkt. De wenkbrauwen werden getatoeëerd op vers geharste oogkassen en stonden voor eeuwig op standje verbazing. Ja, een ster zou ze worden en haar sterretje werd gebleekt want ook daar zou de zon ooit schijnen.

Ze woonde al een tijdje op haarzelf want haar broer was graag alleen, haar ouders trokken steun, sliepen, vraten en hadden bingewatchen eerder ontdekt dan paprika wokkels. Ze zouden Lassie niet missen en hadden haar eigenlijk nooit gekend, ze keken nog steeds tv, speelden fervent Solitaire op het net en waren zowat dement. Zolang wilde ze niet wachten want ze was als de dood dat ze dan wel werd herkend. Niet als hun kind van weleer, maar als hun eigen kindse spiegelbeeld van tv, want dat waren ze gewend. Ze zouden terug glijden en flashbacken naar de dingen die ze kenden. Naar Lassie zouden ze blaffen en om Remi zouden ze wenen.

Laat maar, dacht Lassie, ze ging op zoek naar een kamer en vond er eentje boven de Hema. Haar hoogtepunt was op dat moment een figurantenrol in GTST. Ze zat in een restaurant waar Arnie de verkering uitmaakte met één of andere opgeverfde teef die zonder tieten nog geen kans maakte op een rolletje in Opsporing Verzocht. Haar ouders keken maar zagen haar niet, toen ze later de videoband op pauze had gezet sliepen ze als rozen, verwelkt en op hun roze koppen na vergroeid met hun bank. Of de bank een schutkleur had aangenomen of andersom, dat bleef onbekend.

Lassie kon likken als Lassie en liken wat ze wilde, ze bleef een lelijke pop met net zo’n kop als al die andere griezels die door gingen voor BN-ers. Een beetje kerel kreeg eerder dorst op een lijk dan op zo’n plastic horror wijf. Ook haar profielen op het wereldwijde web vielen niet meer op in die vergaarbak vol gefilterde spoken en lege wanabes, het krokante neplaagje bleek geen garantie voor geluk maar een ticket to hell.

Ze kon het niet meer aan, hoeveel teleurstelling kon een mens aan….ze ging steeds grager op de kroeg op aan. Daar trof ze een smeerlap van een westerling waardoor ze bijna in de TUK kwam te staan. Het vieze blaadje was weer in trek want old-school verkocht, de slijmbal zag een prooi en probeerde ook Lassie nieuw leven in te blazen. De smoes dat het ging om een Twents magazine slikte ze als roze glacékoek, op de cover zag ze zichzelf al shinen: LASSIE, Tukster van de maand…
De XTC in haar Coca Cola explodeerde in haar geprepareerde hoofd, alle ellende werd verdoofd en chemische liefde werd uitgestrooid. Kwartetten met Amor, Eros en Cupido op een inflatable wolk vol kroegrook. De love drug deed haar werk maar kantelde geleidelijk van een orgie aan empathisch geweld naar misselijke paniek. Met stijve kaken kotste ze de hele bar onder. De gladjakker was ze vergeten, uit het barretje werd ze gesmeten en van haar juk werd ze beroofd.

Het was klaar, de XTC had haar luiken geopend, ze hoefde niet meer te vechten want het licht was ineens daar.
Ze liet alle onzekerheden gaan waardoor haar baas haar plots zag staan. Mister Hema ventte haar uit en ze voelde zich een buit, de trofee die ze nooit had gekregen; ze zat vol met liefde. Hij was dan wel klein, dik en protestant; hij gaf Lassie wat ze verdiende, waar ze zo naar had verlangt. Een pakketje schroot met een dun laagje chroom was ze nooit geweest.

Mister Hema nam haar op reis door bergen en naar Parijs, ze herkende haar lijf soms niet maar wist wie het bezielde. Het was goed zoals ze was, haar lichaam was slechts een jas. Een kostbare die nog warm genoeg was om aan te trekken, te koesteren en te beminnen.
Aan Patricia Paay dacht ze slechts tijdens het pissen en om Linda de Mol gaf ze geen hol. Die kon zich prima zelf redden, ook al leek ze precies op die anderen die het moeilijker hadden.

Ze werd kassière van de week en het leek of iedereen naar haar keek. Dat was ook zo want haar maskertje stond scheef.
Haar hart bonkte.
‘Lassie mijn Lassie’ riep Mister Hema en met rozen werd ze bedolven want Miss Hema zou ze worden. Ze kwispelde van binnen en vergat haar nachtmerrie.
De roze droom was begonnen en aan thuis dacht ze nooit. Een gebouw waarin Remi lekker alleen op de bank zat, dezelfde waar hun ouders in waren verdwenen.