Kijk, je kunt nu niet zeggen dat elke Duitser een potentiële Nazi is, of dat elke nep-Amerikaan een gastarbeider is die Indianen afslacht. Of dat pak-hem-beet elke blanke Nederlander een potentiële slavenhandelaar is, dat is te kort door de bocht en dom. Ook kun je nu niet stellen dat elke Oranjetelg een vette lafaard is omdat die familie tijdens de vrij recente 2e WO ‘hun volk’ in de steek liet en met geknepen Duitse adellijke billen naar Engeland en Canada vertrok. Dat mag je de arme nazaten niet aanrekenen, ook al moet ik er in deze tijd wel aan denken wanneer ik dat oranje geflikflooi zie.

Hoe de Hollandse monarchie en de regering zich in de recente WO gedroegen is overigens wel tekenend, wegkijken en vluchten doen ze immer. Wilhelmina en de ministers hebben de vluchtende joden aanvankelijk geen enkele hulp geboden, ze moesten het zelf maar oplossen. Wilhelmina maakte zelfs bezwaar toen de Joodse gemeenschap een onderkomen zocht op de Veluwe, je leert je pappenheimers wel kennen in dergelijke tijden. De Hollandse ambtenarij was door het weg gevluchte gezag overgelaten aan hun lot en de blauwhemden werden daardoor aangevuurd in hun dubieuze kwaliteiten. Ze waren opvallend mof-gezind en voorbeeldige Germanen in het oog van Der Führer. Neuh, erg trots hoeven we niet te zijn op dit verleden. Mensen die tegenwoordig koningsgezind zijn en als idioten staan te staan kwispelen met oranje troep zijn in mijn ogen niks minder waard dan een ander, ook al zijn ze zo dom als stro.

Koningsdag is een echo uit het verleden, een feestelijke echo die we prima in stand kunnen houden want er is nooit genoeg feest. Door de monarchie mag wel eindelijk een vette streep, dan hoeven we ons nergens meer voor te schamen. We hoeven ons daar ook niet voor te excuseren want je hoeft geen sorry te zeggen omdat jouw overgrootmoeder mijn opa onfatsoenlijk bij de blanke sabel heeft gegrepen of wanneer je oom, die pastoor is geworden, knaapjes in de reet buffelde. Wat voorouders deden is geen hond aan te rekenen, je kunt het hooguit wat in de smiezen houden omdat het nest en de genen gekke dingen met je kunnen doen. Vrouwen en armen mochten een dikke eeuw geleden niet eens stemmen, dus over wie hebben we het, en waar lullen we over…

Ik heb geen fuck met oranje en oranje wimpels, het is me daarentegen ook geen brandend maagzuur waard. We weten hoe de kudde is, hoe symboliek, eendracht enzo werkt. Cultuurhistorisch is het allemaal wel aardig, een beetje onnozele folklore, klompen, molens, wiet en tulpen. Je mag best je schouders ophalen op zulke dagen en wat bier drinken, feest vieren en muziek maken. Je mag alles; als je het maar weet.

Tegenwoordig zie je overal weer driftig vlaggen ontstaan, het is een opvallend verschijnsel in roerige tijden. Die drang tot profileren komt vast voort uit onzekerheid, uit een gebrek aan eigenwaarde. In andere tijden is het logisch dat je als stam weleens met je vlag wappert, wanneer je een vijandige club hebt uitgeschakeld dan mag je de victorie wel even vieren. Meer dan bier, seks, paddo’s en wat symboliek hadden ze toen ook niet. Dat kuddegedrag is hoe dan ook menselijk, een beetje slimme stam snapt daarnaast ook dat andere stammen bestaan en dat je elkaar gewoon moet laten. Tenzij de ene stam vindt dat ie gelijk heeft, tja en dan gaat het mis. Oorlog zit in de mens en z’n tekortkomingen.

Maar gunst, sinds kort heeft Salland ook een vlag. Ik heb hem hier en daar al zien wapperen. Eerst dacht ik dat de fletse, slecht te herkennen vlag betekende dat de bewoner achter de gevel lid was van een bejaarden organisatie. Of een collecte steunt die geld inzamelt voor mensen die allergisch zijn voor brak water of zoiets. Toen ik aangeschoten door het dorp liep zag ik plots dat het maïs, gras, lucht en de IJssel voor moest stellen. Wauw, wat fantastisch! Een soort depri ruilverkaveling-tafereel op een sleets tafellaken. In de riddertijd zou zo’n onzichtbare, bescheten afbeelding geen enkele indruk maken, hooguit die van krachteloosheid. ‘Salland wordt graag in de pan gehakt, u ook?’
Mensjes-gepruts…

Ik wapper nog liever met m’n onderbroek, geen witte. Proost en tot woensdag in Deventer, daar bij dat mooie Burgerweeshuis.