Delierdier
Ineens lig ik in een klankschaal, koperen druppels lopen langs mijn hersenstam. M’n lijf is een kathedraal vol grind, waar ik mezelf in slowmotion doorheen sleur.
Hondebloem
Met m’n handen in m’n zakken liep ik door het land, ik schopte de parasolletjes van de paardenbloemen de hemel in.
Ik speel liever gitaar
Ik stapte uit en piste z’n tank vol. Hij gebaarde wild maar temperde toen ik hem uit z’n portier trok, z’n vrouw belde 112.
Een spuitje
Mijn ouwe lui moesten naar Zwolle voor een spuitje en iemand moest mee. Dat deed ik, want ik ben zo flex als de pest en help graag.
Het Jonge Spul
Het jonge spul hoor je nauwelijks klagen, valt me op. Bijna een jaar is er uit hun onstuimige leven gehapt.
Bloed aan de REC-knop
Optreden zonder publiek, en dat is geen geslijm, daar is geen klap aan. Dat is als poepen zonder stront.
De GO-GO-rona
Ome Gezinus is uitvinder, eentje van het verstrooide soort. Dat zijn vaak de besten. Hij vindt uit voor zijn brood, en omdat hij niets anders kan en wil.